Nu in de VS Ford ook geheel gaat overstappen op de door Tesla ontwikkelde laadstandaard is het denk ik zinvol om ook in de EU te gaan kijken wat de beste standaard zou zijn.
In Europa is duidelijk nu de Type2/Mennekes stekker voor AC laden en de CCS stekker voor DC laden doorgebroken als standaard.
Beide hebben echter flinke nadelen (CCS is lomp, AC heeft geen communicatie). Blijven twee standaarden door elkaar heen. Er zou strategisch nagedacht moeten worden.
De NACS heeft echt alle voordelen op een rijtje: kleine stekker, dunne flexibele kabel, AC, DC, communicatie.
Aangezien dit nu een opengestelde, royalty vrije, standaard is geworden en de VS hier nu naartoe aan het bewegen is, is het tijd om hier ook te gaan voorsorteren. Langer wachten gaat de overstap alleen maar moeilijker maken.
We moeten sowieso af van alle pasjes met volledig ondoorzichtige laadtarieven. Communicatie via de kabel gaat echt nodig zijn wil EV rijden mainstream worden.
Zware stekkers, dikke kabels, CCS is niet voor iedereen te hanteren. Ook hier: wil je dat EV rijden echt de grote massa bereikt moet het hip en toegankelijk zijn.
Andere standaarden als Chademo, Type1/CCS, GB/T vallen snel af als realistische opties.
We zien in de rest van de maatschappij nu bijvoorbeeld de USB Type C rap een standaard worden. Het succes van 1 stekker zal de EV enorm kunnen helpen.
Wij eten Flexitarisch: minder vaak vlees, als we vlees eten; bewust vlees (biologisch, diervriendelijk). En kleinere porties.
Zo af en toe lekker snacken hoeft er ook zeker niet minder om te zijn. Kroketten van Mora zijn bijvoorbeeld de lekkerste die ik ooit geproefd heb. Kijk hier maar eens voor een goed ‘frituur’ overzicht: Kroketten Bitterballen Kipkorn Kaassoufflee
Eigenlijk veel lekkerder, gezonder en duurzamer. Niets voor te schamen om zo af en toe te snacken dus!
Sinds maart 2018 wonen we in Clinge, Zeeuws-Vlaanderen. Een nieuw huis, dus weer allemaal puzzelstukken op te lossen om te verduurzamen. In anderhalf jaar erg veel gedaan, dus even een korte opsomming om het leesbaar te houden:
82 zonnepanelen op dak loods (opbrengst ~20.000kWh per jaar)
Alle peertjes vervangen door Philips Hue (een enkeling door ‘domme’ led).
Gaskookplaat vervangen door inductie
Quooker voor warm water in de keuken (duurde voorheen 30 seconden om warm CV water te krijgen!)
Gashaard afgekoppeld
Warm water in twee van de drie panden elektrisch verwarmd gemaakt (doorstroomverwarmer & boiler).
Verwarming in twee panden elektrisch
Woonhuis op veel plaatsen kierdicht gemaakt.
Maairobot (ipv diesel zitmaaier)
Gereedschap (bosmaaier, kettingzaag, versnipperaar, etc. allemaal elektrisch).
Samenvattend: op 1 puzzelstuk na helemaal van het gas af. Energievebruik flink naar beneden. En veel prettiger werken en wonen.
Sinds begin dit jaar hebben wij onze oude LPG Renault Espace verkocht. We hebben nu enkel twee volledig elektrische auto’s en dat bevalt perfect. Veel goedkoper (wegenbelasting van de Espace was alleen al meer dan 100 euro per maand!) en heerlijk vlot, vloeiend en stil rijden. We hebben een Renault Zoe (22kWh) en Tesla Model S (85kWh). De Zoe is perfect voor al het lokale verkeer. De Tesla voor langere ritten en heeft meer ruimte. We missen nog wel een trekhaak, dus bij een volgende elektrische auto staat dit op het eisenlijstje (Model 3 trekt helaas maar 910kg, dus dat is te weinig voor een volle tweepaardstrailer). Mogelijk is de Model Y een optie, een elektrische Volvo, of is tegen die tijd een Model X betaalbaar. Hoe dan ook is onze mobiliteit nu helemaal verduurzaamd.
Slim laden
We gebruiken Jedlix nu om slim te laden. Deze App koppelt met de API van Tesla om het laden van de Model S automatisch op afstand te sturen. Jedlix bepaalt ism mijn energiemaatschappij Greenchoice wanneer de auto geladen wordt. Ik geef alleen aan wanneer hij vol moet zijn. Inprikken kan daarmee op ieder moment van de dag. Voorheen prikte ik hem zo laat mogelijk op de avond in, om maximaal gebruik te maken van ons dubbeltarief. Of zette ik de laadsnelheid langzaam. Dat gaat nu dus allemaal automatisch. En heeft mij al weer 30 euro in 1,5 maand opgeleverd bij Jedlix en daarnaast gezorgd voor beter gebruik van het dubbeltarief. Voordeel voor de energiemaatschappij is dat ze de vraag naar elektriciteit kunnen gaan sturen.
Er zijn veel bedrijven die graag zonneweides willen inrichten. Hier zitten echter voor- en nadelen aan. Meer factoren spelen mee, dan je zo op het eerste gezicht zou verwachten. Een deel van de zorgen zijn weg te nemen door er goede eisen aan te stellen.
Veel nieuwe zonneparken gaan in een oost-west opstelling, bijvoorbeeld deze. Niet alleen kunst-vormen zijn dus mogelijk, maar ook een andere positionering is tegenwoordig ook goed rendabel (voordeel is dat de energie-opwekking beter wordt gespreid over de dag, dus krijg je een hogere vergoeding per kWh). Daarmee zijn automatisch ook veel meer daken (vrijwel allemaal!) bruikbaar te maken voor zonnepanelen. Goede weide/landbouwgrond uit gebruik nemen lijkt daarmee nog minder nodig. Als gemeente kunnen we als eis wel opnemen dat gebruik van akkergrond voor zonneweides alleen toegestaan is, als daarmee ook de biodiversiteit verbeterd gaat worden. Dus: bloemen inzaaien tussen en rondom de zonneweide en er bijvoorbeeld biologische schaapjes of biologische scharrelkippen tussen/onder te zetten. Met multifunctioneel gebruik is er veel eerder draagvlak voor te vinden.
Je kunt de zonneweide eigenlijk dus op 4 verschillende vlakken inschieten:
1. opwekking lokale duurzame energie
2. opbrengsten voor lokale economie (nu verlaten miljoenen (!) euro’s ieder jaar weer de gemeente aan energielasten). Lokale deelname van de zonneweide is dus vereist.
3. stimuleren biodiversiteit door graslanden/inzaaien bloemen, stimuleren bijen en insecten
4. met bijv. schapen gewoon als (biologische) landbouw, of met kippen als pluimvee in blijven zetten
Uiteraard kan het ook (eco-)toerisme bevorderen, zeker als er fietsroutes langskomen en een informatiebord uitleg geeft over het project.
Plaatje dat bovenstaande mooi illustreert bijgevoegd:
De bloemen vergroten biodiversiteit, schapen leveren hun producten, en zonnepanelen de energie.
Het blijft de voorkeur hebben eerst daken vol te leggen. Of eigenlijk eerst asbest-daken te saneren en die direct met panelen te voorzien. Werk-met-werk, waarmee je ook nog eens de veiligheid verbeterd. Als gemeente kun je een energiekansenkaart opstellen om te zien welke gebieden eventueel geschikt zouden kunnen zijn voor energieopwekking (zon, wind, getijde, waterkracht, geothermisch, warmtepompen, enz.). Dan kun je op die basis een keuze maken voor eventuele zonneweides.
Stel we willen Zeeland 100% voorzien van zonnestroom, dan heb je een oppervlakte nodig van 10 bij 20km. Dat is feitelijk nog niet eens zo heel veel. Want we doen ook aan energiebesparing, de industrie als grootverbruikers stappen over op betere processen, het rendement van zonnepanelen neemt telkens toe (en de prijs af), en we zetten ook in op andere energievormen zoals wind-, getijde-energie, waterkracht enz. enz. Trouwens, hebben we niet 10km bij 20km aan daken? Pas daarna kijken naar andere objecten (dijken?), pas als laatste naar nuttige landbouwgrond.
In Gilze en Rijen gaan we in 2018 afval anders inzamelen. Hier vind je veel informatie. Het leek mij goed om alles eens op een rijtje te zetten, omdat er in veel discussies slechts op enkele aspecten gefocust is. Er speelt natuurlijk veel meer, dus mogelijk dat dit lijstje wat nuance brengt.
Voordelen nieuwe afvalplan 2018 op een rijtje:
Betere afvalscheiding, hergebruik grondstoffen, minder belasting van onze planeet.
Bij goed afval scheiden flink besparen. Restafval is duur voor de gemeente&inwoners. Rekening bij de vervuiler.
Eerlijker: iedereen krijgt de kans (ook hoogbouw en buitengebied) of afval te scheiden. Nu klopt dit niet en betaal je in laagbouw voor slechte (soms geen) afvalscheiding bij hoogbouw.
Groen (GFT) is straks gratis.
Groen altijd aan de straat zetten (tegen stank/maden, of met blad uit straat), kost niets extra’s.
Geen plastic zakken meer kopen voor plastic (PMD).
Geen zwerfvuil meer van plastic zakken (of wegwaaien/enorme bergen zakken).
Minder stank plastic afval, want in gesloten container.
Plastic makkelijker weggooien (container makkelijker dan zakken).
Minder stank restafval; container onder de grond (koel), vaker geleegd (m.b.v. sensor).
Buitengebied dubbel zo vaak ophalen plastic.
Buitengebied krijgt een PMD container.
Buitengebied kan ook van wijkcontainers in bebouwde kom gebruik gaan maken.
Hoogbouw krijgt ‘mini milieustraat’ waar mogelijk (nu geen/beperkt). Maatwerk per complex.
Pasje werkt straks op alle containers (nu alleen op 1 enkele) en milieustraat.
Tweede ingang bij milieustraat voor Groen, om wachtrijen te voorkomen/verminderen.
Nieuwe (stillere, milieu vriendelijkere) ophaal vrachtwagens (en minder ritten/door de wijk).
Geen 4 containers. De ondergrondse wijkcontainer vervangt de 4e container.
Voorbereid op (veel) minder restafval, maar ook op pieken met eventueel veel restafval.
Restafval kun je voortaan op veel meer plaatsen kwijt (nu alleen in eigen container (vol=vol), straks overal in de gemeente bij alle ondergrondse containers 24/7).
Sensoren in containers voorkomt onnodig legen, of volle containers.
Ondergrondse containers zijn goedkoop en efficient te legen, minder (grote) vrachtwagens door je straat.
Mogelijk halen we de rijksdoelstellingen van afvalscheiding.
We voldoen straks beter aan de arbo-eisen en wensen van personeel.
Geen beperking van restafvalcontainer meer (1x in 2 weken aan straat zetten), container in wijk kent geen maximum/minimum.
Minder verschillen tussen buitengebied, hoogbouw en regulier, zorgt voor duidelijkheid.
Op veel plaatsen zijn al ondergrondse containers, straks mag iedereen daar gebruik van maken.
Meeste blijft hetzelfde / geen verandering (papier, glas, textiel, luiers, batterijen, etc.).
Paupers kunnen rotzooi achterlaten. Doen ze nu ook al. We zetten in op begeleiding en handhaving. 99% gaat nu fatsoenlijk & goed.
Eenmalige investering in ondergrondse containers. De kosten, inclusief alle bovenstaande verbeteringen, zijn lager. Zelf kun je echt flink besparen, mits je netjes afval scheid.
Als je geen grijze afvalzakken meer gebruikte, moet je die mogelijk weer halen. PMD zakken zijn natuurlijk niet meer nodig.
We halen restafval in het buitengebied nog maar eens in de 4 weken op (maar: PMD container nieuw, en elke twee weken, daarnaast groen gratis).
Kleine container omwisselen voor grote (deze eis zien wij graag geschrapt)
In de toekomst gaat er vanalles veranderen. Zo gaat bijvoorbeeld Unilever al zijn verpakkingen milieuvriendelijk maken. Kan er straks meer in de PMD container? Kun je straks met een app een zelfrijdend voertuigje je container op aanvraag laten komen legen? Een ding is zeker; we moeten meer doen om het betaalbaar en minder milieubelastend te maken. En daar kunnen we allemaal ons steentje aan bijdragen.
Sinds bijna drie jaar hebben wij geen restafvalcontainer meer. Het blijkt een kwestie van goed scheiden. En dat is steeds makkelijker aan het worden. In een heel jaar tijd hebben wij ongeveer 1 volle vuilniszak aan restafval overgehouden. Weinig restafval produceren heeft een aantal voordelen. Naast op een goede manier duurzaam om te gaan met je restafval, scheelt het flink in je portemonnee (grijze afvalcontainer kost bijna € 10 per leging, dus kan tot honderden euro’s per jaar besparen).
Bijna al je ‘afval’ is te recyclen. Alleen zaken die onhygiënisch zijn en gecombineerde producten (chipszakken e.d.) moeten nog naar de verbrandingsoven. Dit hoeft op jaarbasis niet meer veel te zijn, zeker nu veel fabrikanten goed nadenken over de verpakkingen. Iedereen is gewend om glas netjes naar de glasbak te brengen. Daar denk je nauwelijks meer over na, zo hoort het en zo doe je het. Inmiddels zijn we dat ook gewend met papier, groen (gft) en plastic (pmd). Sinds lange tijd kun je op de milieustraat nog veel meer inleveren (piepschuim, matrassen, autobanden, etc.).
Hoe leven wij zonder restafval? Om dit voor elkaar te krijgen, moet je het jezelf zo makkelijk mogelijk maken om de scheiden en zo moeilijk mogelijk om restafval te creëren. In de keuken dus alleen een afvalbak voor groen en plastic.
Nee-nee sticker & actief afmelden overal voor fysieke post (scheelt veel plastic en papier). Installeer een app als je folders wilt, veel handiger!
Ga altijd winkelen met een eigen tas (makkelijker en scheelt geld voor alle -tig tasjes die je anders op jaarbasis verzameld) (veel plastic en scheelt geld)
Ga naar een lokale (groente)boer (papieren zakken, eierdozen en netten voor aardappelen; allemaal te hergebruiken iedere keer dat je daar langs gaat) (scheelt plastic, papier en geld)
Koop bewust in (bij vergelijkbare producten kun je kiezen voor degene met minder/afbreekbare/recyclebare verpakking. De komende jaren maakt Unilever al zijn verpakkingen milieuvriendelijk.
Kleine elektronica, lampen, batterijen, kleding, luiers, etc. Kun je kwijt (vlak-)bij de Formido. En op verschillende andere plaatsen (lampen en batterijen bij de Jumbo, kleding en luiers op andere plaatsen).
Dingen die nog goed zijn kunnen naar de kringloop, op marktplaats, of geef ze weg.
Onze CV-ketel (ruim 10 jaar oud) is nu echt overleden (twee keer gerepareerd, nu lijkt de brander stuk, het duurste onderdeel). In mijn zoektocht ben ik gaan kijken naar een oplossing die geen gasaansluiting meer nodig heeft en een ‘ketel’ die stil is (de huidige maakt mij geregeld wakker). Geen gasaansluiting is natuurlijk veel veiliger (ook geen risico meer op koolmonoxidevergiftiging, dat vreemdgenoeg juist veel bij moderne CV-ketels voorkomt). Een fossiele CV-ketel kost tussen de 500 en 2500 euro. Wij hebben een zware capaciteit nodig (bad & twee douches), dus ik ga in onze berekeningen uit van een 2500 euro. Een gasaansluiting kost 163 euro per jaar. Gas kost 63 cent per kubieke meter, waarvan we nu zo’n 1.500 kuub gebruiken. Totale kosten per jaar € 1.100,-. De keuken heeft al elektrisch verwarmd water (Quooker) en ons huis heeft vloerverwarming. We hebben een A-label (redelijk geïsoleerd).
Een volledig elektrische CV werkt veelal door middel van een warmtewisselaar. In een bestaand huis is een licht/water warmtewisselaar de meest zinvolle optie en deze kosten 2.500 tot 10.000 euro. Deze werken als een omgekeerde koelkast (of airco) en gebruiken een temperatuursverschil om extra rendement te halen. Zo kunnen ze van 1kWh aan energie tot 6kWh aan warmte maken (dit heet COP). 1.500 kuub Gronings gas bevat 47 miljard joule aan energie, wat overeenkomt met 13.000kWh per jaar om ons huis te verwarmen. Een COP van 4,4 zou dan voor een verbruik zorgen van 3.000kWh. Totale elektriciteitskosten zijn dan € 540 per jaar, onze besparing is totaal € 570 per jaar. Verder kun je een goedkope duurzaamheidslening krijgen voor de aanschaf en een subsidie op de totale investering tot ongeveer € 3.000.
Op een rijtje in onze situatie:
fossiele CV
aanschaf € 2500
gasaansluiting € 163 per jaar
1.500 kuub aardgas € 945 per jaar
all-electric (lucht)warmtepomp
aanschaf € 3.700 (6.300 minus 2.600 subsidie)
geen gasaansluiting meer nodig
3.000kWh elektriciteit € 540 per jaar
Terugverdientijd is dan dus minder dan 6 jaar. Nog los van stijgende gasprijzen, dalende elektriciteitsprijzen, steeds duurzamere elektriciteit, geen lokale uitstoot meer, een veiligere (!) installatie. Een lucht-warmtepomp is onderhoudsvrij (fossiele CV moet je eigenlijk geregeld schoon laten maken). Verder heeft een warmtepomp meestal ook een koelfunctie, waarbij je in de zomer je huis ook koeler kunt houden. Qua comfort gaan we er dus zeker ook op vooruit.
Gezien bovenstaande plaatje hoef je dus niet te wachten om je gas ‘op te zeggen’.
Met zonnepanelen op je dak ben je er nog niet. Om naar een echt 100% duurzame energievoorziening te gaan zijn er nog flinke stappen nodig. In Duitsland waar ze met de EnergieWende al een eind voorlopen op Nederland gaan ze die omschakeling ook echt realiseren. Zo liggen er plannen om alle kerncentrales de komende paar jaar uit te zetten (laatste in 2022). Bruinkool moet ook het veld ruimen. Maar energie is veel meer dan alleen elektriciteit. Dus met alleen uitzetten van fossiele centrales en aanzetten van windparken en zonnestroomprojecten ben je er niet. Ook al het transport (inclusief schepen en vliegtuigen) zal moeten omschakelen naar elektrisch. Ook waterstof-aandrijving werkt volledig elektrisch, alleen gebruikt dit een factor 3 a 4 zoveel energie. Biobrandstoffen blijven lokale uitstoot geven en dienen dus alleen als transitiebrandstof ingezet te worden.
Wind- en zonne-energie is goed voorspelbaar, maar niet continu beschikbaar. Hier komt de term leverzekerheid om de hoek kijken. Die moet gegarandeerd blijven. Dit is cruciaal voor de economie; de motor moet blijven draaien. Als het aanleveren van de hoeveelheid energie variabel is, moet het systeem aangepast worden, wil de leverzekerheid gegarandeerd blijven. Met batterijopslag is nu al veel mogelijk. Zo zijn er nu al buffer-installaties actief in Nederland. In de winter leveren zonnepanelen minder, maar is er wel veel meer wind. Met het sturen van de vraag (bijvoorbeld een zwembad kan prima verwarmd worden op momenten dat er veel zon/wind is en wat extra afkoelen als er een tekort is), is erg veel winst te behalen. Grote asfaltfabrieken en hoogovens passen dergelijke (peak-shaving) technieken al (deels) toe, maar het staat echt nog in de kinderschoenen. Werk aan de winkel dus.
Duitsland zit op piekmomenten nu op ruim 80% duurzame elektriciteit. De Deense windmolens zitten nu geregeld ruim boven de Deense behoefte (tot 140%), er is dan meer elektriciteit dan nodig en met exporteert dan dit overschot. De topmomenten zijn leuk om te zien, maar dat is slechts het begin. In Duitsland werd in de eerste helft van 2015 bijna 35% van alle elektriciteit duurzaam opgewekt (zon, wind, water).
In totaal gebruiken we in Nederland een dikke 3.000 PetaJoules per jaar. De afgelopen jaren was dit het elektriciteitsgebruik (PJ):
2010 – 433 PJ – 120TWh (120 terrawatt-uur = 120.000.000.000 kWh)
2011 – 437 PJ
2012 – 429 PJ
2013 – 426 PJ
2014 – 421 PJ
2015 – 426 PJ (schatting)
2016 – 434 PJ (schatting) bron
We zien ondanks de economische groei, 160.000 plug-in voertuigen, geen echte toename meer in elektriciteitsgebruik. Ook lijkt het er op dat EU normen omtrent de gloeilamp, de zuinige stofzuiger, energielabels op witgoed/banden/huizen, enz. enz., vruchten beginnen af te werpen. We gebruiken relatief minder elektriciteit, ondanks dat we met meer mensen zijn en veel meer elektrische apparaten hebben. Het is een afbuiging de goede kant op, maar het kan nog wel een stuk sneller. Anders dan in Duitsland en Denemarken hebben we in Nederland nog maar 6% duurzame energie, nog 94% te gaan dus. Help jij ook mee?